Evaluatie
Strategisch
Meerjarenplan
2009-2015
Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie
2
3
Inleiding 4
1. Grondrechten 5
Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 5 1.1
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 6 1.2
Inhoudelijke appreciatie 8 1.3
Kritische vragen 8 1.4
2. Wonen 9
2.1. Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 9
2.2. Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 9
2.3. Inzet 12
2.4. Inhoudelijke appreciatie 12
2.5. Kritische vragen 13
3. Energie en water 14
2.6. Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 14
2.7. Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 14
2.8. Inzet 15
2.9. Inhoudelijke appreciatie 15
3.1. Kritische vragen 16
4. Sociale leefbaarheid 17
4.1. Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 17
4.2. Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 18
4.3. Inzet 19
4.4. Inhoudelijke appreciatie 20
5. Transversale strategische acties 22
5.1. Inzet 22
5.2. Inhoudelijke appreciatie 22
5.3. Kritische vragen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6. Kwaliteitsbeleid 23
6.1. Realisatie Strategische doelstelling 23
6.2. Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 23
6.3. Inzet 24
6.4. Inhoudelijke appreciatie Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6.5. Kritische vragen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
4
Inleiding
Dit document bevat de – voorlopige – evaluatie van hetmeerjarenplan.
Ben Van Havere
VOOR DE LEESBAARHEID:
Met de opbouw van deze evaluatie volgen we gewoonte die we opbouwden bij de voortgangsrap-
portage. Om snel weer te geven of de doelstellingen ofindicatoren ervan al dan niet behaald zijn.
gebruiken we drie pictogrammen:
staat voor bereikt
staat voor deels bereikt
staat voor niet bereikt
Een korte omschrijving volgt.
5
1. Grondrechten
Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 1.1
SD1. MENSEN IN ARMOEDE HEBBEN MEER KANSEN OM VOLWAARDIG DEEL TE NEMEN AAN
DE SAMENLEVING
SI1.1. Op vraag van de Verenigingen waar armen het woord nemen in Lier en Turnhout werden
enkel structurele uitsluitingmechanismes weggewerkt.
Het thema gezondheidszorg is door Ons Gedacht naar voor geschoven en dit heeft geleid tot
de oprichting van het Wijkgezondheidscentrum De Zilveren Knoop in Lier.
Thema geestelijke gezondheidszorg : er is een extra aanbod van een psycholoog in het wijk-
gezondheidscentrum De Zilveren Knoop én het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg
houdt in zijn aanbod rekening met mensen in armoede.
Cultuur en sport-participatie: met Ons Gedacht is gewerkt aan een toegankelijke dienstver-
lening door het Cultureel Centrum en de Academie in Lier. Creatie van een laagdrempelig
aanbod, rekening houdend met mensen in armoede. Door de Belgian Homeless Cup realise-
ren we in Lier een laagdrempelig voetbalaanbod.
SI1.2. Het beleid heeft meer weet van de problemen die mensen in armoede hebben bij gebrek
aan leefbaar inkomen.
In Lier maakten we een omgevingsanalyse op in functie van de Beheers- en Beleidscyclus
van de stad Lier. We informeerden het beleid en maakten hen ‘gevoelig’ over problemen die
mensen in armoede ervaren.
Opbouwwerkers van Ons Gedacht maakten een analyse rond het thema gezondheid en pre-
senteerden deze analyse op het Welzijnscomité. Hieruit ontstond ook een lokaal actieplan.
Via de presentatie van het Memorandum van het project ‘Ieders Stem Telt’ kaarten we bij
het College van Burgemeester en Schepenen van Lier de noden en problemen van mensen
in armoede aan.
Met het Armoederapport gaf Ons Gedacht “punten” aan het lokaal sociaal beleid van de
stad Lier op 7 beleidsdomeinen. We signaleerden noden en problemen bij schepenen en
gemeenteraadsleden en formuleerden beleidsadviezen vanuit mensen in armoede.
SI1.3. Zowel in Lier als in Turnhout is er een Vereniging waar armen het woord nemen die initia-
tieven opzet om empowerend te werken met mensen in armoede.
T’ Antwoord in Turnhout heeft een uitgebreid aanbod aan activiteiten en workshops
Belgian Homeless Cup in Lier: Samenlevingsopbouw voorziet begeleiding tijdens wekelijkse
voetbaltraining. Sportparticipatie leidt o.a. tot meer zelfvertrouwen, groepsvaardigheden en
deelname aan de samenleving.
Project Kunstproeven bij Ons Gedacht: uitgebreid aanbod aan laagdrempelige culturele ac-
tiviteiten, waardoor enkele deelnemers lid werden bij de Academie in Lier.
Vorming georganiseerd door Ons Gedacht
Tweewekelijkse vergadering (rond bepaald thema) en individuele ondersteuning bij Ons
Gedacht
Vrijwilligerswerk bij Ons Gedacht (oa deelname van vrijwilligers aan overleggroepen – ook
nationaal)
6
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 1.2
OD1.1. HET BELEID (VAN OVERHEDEN EN/OF LOKALE VOORZIENINGEN) KOMT MEER
TEGEMOET AAN DE BEKOMMERNISSEN VAN MENSEN IN ARMOEDE.
OI1.1.1. In samenwerking met partners organiseren onze werkingen jaarlijks minstens één actie
om armoede zichtbaar te maken.
Actie op 17 oktober : actie georganiseerd door Ons Gedacht in Lier, ook door T’ANtWOORD
in Turnhout
Acties rond Ieders Stem Telt : marktactie in Lier
De Nieuwe Nete – magazine van Ons Gedacht
Fototentoonstelling in Lier
Toneelstukken van Ons Gedacht
OI1.1.2. Jaarlijks doen onze werkingen minstens twee beleidsvoorstellen ten aanzien van
overheden of voorzieningen die concrete verbeteringen inhouden voor de leefsituatie van
mensen in armoede.
Het Memorandum van Ieders Stem Telt (overzicht van beleidsvoorstellen – 10 thema’s)
Gezondheidszorg : Analyse opgemaakt door Ons Gedacht bevat concrete beleidsvoorstellen
Actieplan rond Geestelijke Gezondheidszorg werd goedgekeurd door de stad Lier.
Armoederapport opgemaakt door Ons Gedacht, bevat beleidsvoorstellen op 7 levensdomei-
nen
OI1.1.3. Minstens één keer per jaar vestigen we de aandacht van de overheid op het effect dat
beleidsbeslissingen (of het gebrek eraan) hebben op de leefsituatie van mensen in armoede.
Dringende Medische Hulp : we gaan in dialoog met het OCMW Boom over de correcte toe-
passing van het recht op dringende medische hulp. Samen met partners sturen we een brief
naar de volledige gemeenteraad ivm dit thema.
Nota rond gemeentelijke tewerkstelling van ECM in stad Turnhout : we vestigen de aan-
dacht van stadsdiensten op het lage percentage ECM dat tewerkgesteld is bij de stad Turn-
hout. Samen met de Dienst Gelijke Kansen presenteerden we een nota met streefcijfers
voor 2020 en 2025. Deze nota werd niet aanvaard door de Dienst Personeelszaken van de
stad.
OI1.1.4. We kunnen beleidsbeslissingen (van overheid en/of voorzieningen) aantonen die er
onder meer gekomen zijn onder impuls van Samenlevingsopbouw.
Academie in Lier (SAMWD) heeft een aanbod specifiek gericht op MIA
Actieplan rond Geestelijke Gezondheidszorg van de stad Lier, waarvan enkele zaken gereali-
seerd zijn, maar een groot aantal nog niet.
OD1.2. MET MENSEN VAN ALLOCHTONE AFKOMST IS AAN ELEMENTEN VAN STRUCTURELE
ACHTERSTELLING VERHOLPEN.
OI1.2.1. Vanuit het project formuleren we beleidsvoorstellen t.a.v. overheden of voorzieningen
die concrete verbeteringen inhouden voor de leefsituatie van mensen in armoede van allochtone
afkomst.
7
Dringende Medische Hulp : we bespreken de problemen van MIA met het OCMW Boom. We
starten een juridische procedure wanneer dringende medische hulp niet correct wordt toe-
gepast.
Presentatie van beleidsadviezen rond dienstverlening van VDAB – o.b.v. ervaringen van ECM
bouwden we een dossier op rond de dienstverlening van de VDAB Mechelen
Beleidsvoorstel voor stad Turnhout rond gemeentelijke tewerkstelling van ECM
OI1.2.2. We kunnen beleidsbeslissingen (van de overheid en/of voorzieningen) aantonen die er
onder meer gekomen zijn onder impuls van Samenlevingsopbouw.
Aanpassing dienstverlening van VDAB Mechelen, door creatie van laagdrempelig onthaal
specifiek voor ECM
De ondersteuning van Samenlevingsopbouw droeg ertoe bij dat het Jeugdhuis in Boom een
locatie vond.
OD1.3. HET THEMA ‘MENSWAARDIG INKOMEN’ IS VERKEND. WE HEBBEN ZICHT OP DE
PROBLEMATIEK EN OP DE MOGELIJKHEDEN OM HIER OPBOUWWERKMATIG MEE AAN DE
SLAG TE GAAN.
OI1.3.1. Er is een verkenning van de problematiek en van mogelijke werkvormen (nota).
In de vereniging Ons Gedacht is er een verkenning van het thema ‘inkomen’ gebeurd. Dit
gebeurde tijdens de vergaderingen en tijdens het weekend van Ons Gedacht.
Dit leidde tot een project rond het ‘ervaren van afhankelijkheid binnen de hulpverlening
door mensen in armoede’. We zetten een dialoogtraject op met OCMW-hulpverleners en
mensen in armoede.
Inzet 1.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties rond deze SD op:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
GR-SA1 T’ANtWOORD - Turnhout
GR-SA2 Ons Gedacht - Lier
GR-SA3 Toegankelijke gezondheidszorg
GR-SA4 Kunstproeven - Lier
GR-SA5 Project Gekleurde Armoede
Kempen
GR-SA6 Opmaak van een Sociale barome-
ter – Geel
GR-SA7 Initiatieven i.k.v. deskundigheids-
bevordering en signalering op het
vlak van armoede (tweede lijn)
GR-SA8 Project Gekleurde Armoede Ru-
pelstreek
GR-SA9 Project Gekleurde Armoede Me-
8
chelen
Inhoudelijke appreciatie 1.4
Zijn de strategische en de operationele doelstelling relevant? Ja, de doelstellingen zijn relevant en
opgesteld volgens het basisprincipe van het opbouwwerk. De doelstellingen zijn ‘breed’ beschre-
ven, zodat opbouwwerkers binnen projecten nog een zekere flexibiliteit hebben.
Deden we de juiste dingen? Op dat moment waren dat de juiste keuzes. Bv gekleurde armoede heeft
gekozen voor de focus arbeid. Door die focus is onze kijk natuurlijk minder breed (niet meer ar-
moede in brede zin).
Wat moeten we hier in de toekomst nog rond doen? Doordachte keuzes maken en knopen doorhak-
ken.
Kritische vragen 1.5
Is de opdeling armoede – gekleurde armoede relevant? Ja en neen. Neen, want armoede en ge-
kleurde armoede zijn voor 95% hetzelfde. Maar 5% van de problemen heeft te maken met mi-
gratie, verder kampen ECM met dezelfde problemen (wonen, werk, …).
Maar het antwoord is voornamelijk “ja”. We merken dat vroeger, toen er gewerkt werd met
gemixte werkingen, ECM stiller waren en niet alle informatie begrepen. Nu hebben we een wer-
king met enkel ECM: hierdoor tonen ze meer hun gevoelens en durven ze in groep ook zaken zo-
als racisme benoemen. Deze groep biedt hen de veiligheid die ze nodig hebben. Ook vragen zo-
als “wat doet gekleurd zijn met mij?” en “wat doet mijn migratieverhaal met mij” worden nu wel
beantwoord.
Was er voloende synergie tussen gekleurde OD 1 en OD 2? Ja, een beetje, maat dit kan nog beter.
Gekleurde Armoede Kempen vindt aansluiting bij t’ Antwoord en Gekleurde Armoede Mechelen
is lid van het armoede-overleg in Mechelen. De werking van Gekleurde Armoede Mechelen is
ook verhuisd naar de locatie van De Keeting, een vereniging waar armen het woord nemen.
Zijn GAK en GAM niet eerder arbeidsprojecten? Nee, want 1/5e van de tijd van dit project gaat naar
armoede in de brede zin en 4/5e van de tijd gaat naar arbeid. Als we op een thema willen wegen
(bv. arbeid) moet je er als opbouwwerker langer dan 1 jaar aan werken. Een themakeuze is
trouwens logisch en nodig, want anders is je werking te vaag en boek je geen concrete resulta-
ten. We mogen het thema Gekleurde Armoede echter niet vernauwen tot thema arbeid, want
andere elementen van gekleurde armoede kunnen later nog opgepikt worden en een groter
thema worden.
Moeten we de Vereniging waar armen het woord nemen wel binnen Samenlevingsopbouw houden?
Ja, want de vereniging betekent een grote meerwaarde. We zijn zwaar overtuigd dat we dit bin-
nen Samenlevingsopbouw moeten houden, anders is de vereniging niet haalbaar (qua admi-
nistratie, boekhouding, IT, …)
9
2. Wonen
Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 2.1
SD2. MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE BEWONERS KUNNEN MEER AANSPRAAK MAKEN OP
HET RECHT OP WONEN DOOR EEN KWALITEITSVERBETERING VAN HET HUIDIGE AANBOD EN
DOOR EEN BELEID DAT WERK MAAKT VAN EEN UITBREIDING VAN HET AANTAL BETAALBARE
WONINGEN.
SI2.1. In het Vlaamse sociale woonbeleid en de lokale invulling ervan zijn maatregelen getroffen
die de huisvestingssituatie van maatschappelijk kwetsbare groepen verbeteren.
We noteren enkele kleine aanpassingen in het Kaderbesluit sociale huur.
SI2.2. De lokale en Vlaamse overheden breidden het aantal voor mensen in armoede betaalbare
woningen uit.
Sociaal objectief is ingevoerd.
SVK’s zijn opgericht en gegroeid.
Daar waar we actief waren bepleitten we met succes een uitbreiding van het aanal so-
ciale woningen.
SI2.3. De kwaliteit van kamers in Geel is verbeterd door de implementatie van het
kamerreglement.
De kwaliteit van sommige kamers is verbeterd
Sommige kamerwoningen zijn gesloten.
De kwaliteit van de rest van de kamers is nog niet verbeterd. Dit proces is wel opgestart.
SI2.4. Het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar sociaal wonen voor maatschappelijk
achtergestelde huurders wordt behartigd door sociale huurders zelf.
Dit gebeurt door participatiecellen, open bewonersvergaderingen, gangvergaderingen,
overlegplatform en Vivas stuurgroep.
SI 2.5. Het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar sociaal wonen voor maatschappelijk achter-
gestelde huurders wordt behartigd door sociale huurders zelf.
In Geel namen sociale huurders de belangebeharitiging op. In Mechelen gebeurde dit
door de opbouwwerker.
10
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 2.2
OD2.1. WE BEVORDERDEN DE KWALITEIT* VAN HET SOCIALE WONEN VOOR DE SOCIALE
HUURDERS..
OI2.1.1. Vanuit onze projecten doen we aan de sociale huisvestingsmaatschappij en/of lokale
overheid jaarlijks minstens twee voorstellen om de kwaliteit van wonen van sociale huurders te
verbeteren.
WO-SA1 : Mechelen: Belangen en knelpunten van bewoners werden op verschillende fora gesigna-
leerd. Dit leidde tot
Adviezen over renovatieprogramma’s Woonpunt Mechelen
Voorstellen i.v.m. het openbaar domein
Voorstellen i.v.m. de bouw van appartementen (slaapkamers op maat van de aanwezige
populatie)
Voorstellen rond aanpassing verhuisregeling
Voorstellen rond toewijzingsregels
Voorstellen rond aanbod sociale huisvesting in Mechelen
WO-SA2: Geel: Zowel op gebied van sociaal gecorrigeerd beleid als op gebied van participatief gecor-
rigeerd beleid is het nodig dat Geelse Huisvesting hier nog meer op inzet. Hier willen we dus ver-
der aan blijven werken
Voorstellen rond verhuisregeling
Voorstel rond aanpassing damkappen nieuwe appartementen Velleke
Voorstellen rond buitenaanleg nieuwe Drijhoek
Voorstel rond reglement huisdieren
Voorstel rond drogen was Velleke
Voorstellen rond communicatie (brieven huurachterstal, brieven elektriciteit…)
…
OI2.1.2. Minstens twee beleidsbeslissingen in de aanpak van de SHM en/of lokale overheid die
concrete verbeteringen inhouden voor de kwaliteit van wonen, zijn er gekomen onder impuls
van Samenlevingsopbouw.
WO-SA1: Mechelen:
Gebruik en actualisatie verhuisbrochure door Woonpunt Mechelen
Wijzigingen in concrete invulling van woning en woonomgeving
Wijzigingen aan verhuispraktijk: waarborgregeling, financiële ondersteuning bij verhuis,
communicatie
WO-SA2: Geel:
Zaken rond communicatie
Verhuisbeleid (O.a. verhuispremie)
11
OI2.1.3. We kunnen veranderingen in de aanpak van de Sociale huisvestingsmaatschappij en/of
lokale overheid aantonen die er o.m. onder onze impuls gekomen zijn en die concrete
verbeteringen inhouden op het vlak van bewonersparticipatie.
WO-SA1: Mechelen:
Samenlevingsopbouw investeerde in toeleiding naar de bestaande kerngroepen. Die kern-
groepen werden georganiseerd en bepaald door Woonpunt mechelen. Het was niet evident
om hier echt invloed op uit te oefenen.
WO-SA2: Geel:
Werking van participatiecel stad is verbeterd
Er is een woonraad
Geelse Huisvesting doet participatief proces rond vernieuwing Leunen
OI2.1.4. Vanuit onze projecten brengen we bekommernissen van sociale huurders (met aandacht
voor de zwakste huurders) aan op de overlegmomenten van VIVAS om een verbetering van de
regelgeving m.b.t. sociale huur te bekomen.
WO-SA1: Mechelen:
Deelname aan het bewonerscongres. De structuur van VIVAS sloot niet aan bij de werking
van het project wat effectieve deelname aan de stuurgroep bemoeilijkte.
WO-SA2: Geel:
Bekommernissen rond betaalbaarheid en central heating management systeem zijn aange-
bracht bij Vivas.
OD2.2. DE BEVOEGDE OVERHEDEN NAMEN INITIATIEVEN OM DE KWALITEIT* VAN WONEN
VAN MAATSCHAPPELIJK KWETSBAREN OP DE PRIVATE WOONMARKT DUURZAAM TE
BEVORDEREN.
Er moet meer worden ingezet om in samenwerking met de sector beleidsbeïnvloedend te
werken naar de Vlaamse overheid toe.
Als we kijken naar de geringe resultaten op gebied van sociaal gecorrigeerd beleid, zien we
dat de beleidsbeïnvloeding beter moet.
.. OI2.2.1. We formuleren minstens twee voorstellen t.a.v. lokale besturen om de kwaliteit van
wonen op de private markt te verbeteren.
Voorstel rond verbetering van informatie en begeleiding rond wonen vanuit het lokaal be-
stuur
Voorstel rond hervorming huurtoelage OCMW
Advies rond afschaffing activeringsheffing en invoering nieuwe belasting op verkavelings-
vergunningen
OI2.2.2. Via de sector Samenlevingsopbouw doen we jaarlijks minstens twee voorstellen om de
kwaliteit van wonen op de private markt te verbeteren.
Enkel via het memorandum in het kader van Ieders Stem Telt.
12
OI2.2.3. We kunnen veranderingen in het woonbeleid aantonen die er onder meer gekomen zijn
onder impuls van Samenlevingsopbouw.
Er is een herhuisvestingsambtenaar in Geel
OD2.3. HET AANBOD AAN KWALITATIEVE* HUISVESTING VOOR KWETSBARE GROEPEN IS
VERGROOT. Bespreking:Er moet meer worden ingezet om in samenwerking met de beleidsbeïnvloedend te wer-
ken naar de Vlaamse overheid toe.
OI2.3.1. We nemen jaarlijks minstens één initiatief om de nood aan een voldoende woonaanbod
voor kwetsbare groepen op de lokale beleidsagenda te zetten.
Actie en woondebat in Turnhout in kader van IST
Voorstelling Sociale Barometer en Sociale Effectenrapportage in Geel
…
OI2.3.2. Jaarlijks adviseren we op minstens één relevant beleidsorgaan een groei van het aantal
sociale woningen.
We hebben dit geadviseerd op de woonraad en op het schepencollege bij de voorstelling
van de Sociale Barometer en Sociale Effectenrapportage
OI2.3.3. Via de sector Samenlevingsopbouw lanceerden we minstens één concreet voorstel om
de betaalbaarheid van private huur te garanderen.
Via het memorandum in het kader van Ieders Stem Telt.
Inzet 2.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties op rond SD2:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
WO-SA1 Sociaal huren in Meche-
len
WO-SA1 Sociaal huren in Geel
WO-SA3 Kamerwonen in Geel
WO-SA4 Samenwerkingsverband
wonen
WO-SA8 Implementatie van soci-
aal effectenrapportage op
beleidsdomein wonen
Inhoudelijke appreciatie 2.4
Zijn de strategische en de operationele doelstelling relevant? Ja.
Moeten we hierrond blijven werken? Ja.
13
Deden we de juiste dingen? We hebben vooral ingezet op de rol van beleidsadviseur en daarnaast
ook een beetje sociale makelaar. Misschien moeten we in de toekomst ook meer inzetten op rol
van sociale innovator?
Wat moeten we hier in de toekomst nog rond doen?
Meer samenwerking met sector
In Geel moet de beleidsbeïnvloeding beter
We moeten ervoor zorgen dat het beleid van SHM meer participatief en sociaal
geocrrigeerd is
We moeten ook meer buiten Geel werken
We moeten meer groepen betrekken rond huisvesting zoals bijvooreeld woonwagenbe-
woners en mensen zonder papieren.
We moeten ook alternatieve sporen verkennen om de huisvestingsmarkt open te bre-
ken.
Kritische vragen 2.5
Zijn er geen dringendere woonnoden dan diegen die we aanpakten? Er zijn meer dringendere woon-
noden dan de sociale huisvesting. Zeker omdat in Geel de Geelse Huisvesting over het algemeen
het welzijn van de huurder hoog in het vaandel draagt.
Wat als de convenant van Geel wegvalt? Zie volgende vraag.
Moeten we niet decretaal inveseren in Wonen? Ja.
Wonen is een sectorspeerpunt. Wat kan dit nog meer inhouden ?
Meer samenwerking met de sector, ook op vlak van het bijeenbrengen van doelgroe-
pen (een soort ‘Vivas’ voor private huurders). Er is nu samenwerking bezig rond discri-
minatie op de huisvestingsmarkt wat al een stap in de goede richting is.
We moeten meer de rol van sociale innovator en sociale makelaar op ons nemen
Als beleidsbeïnvloeding niet werkt moeten we hardere acties ondernemen naar het be-
leid toe.
14
3. Energie en water
Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 3.1
SD3. HET RECHT OP ENERGIE EN WATER WORDT VOOR IEDEREEN BETER GEWAARBORGD.
SI3.1. Het recht op energie voor iedereen is beter gewaarborgd.
De sociale openbare dienstverplichtingen werden door de overheid geëvalueerd en bij-
gestuurd. De aardgasbudgetmeter blijft echter wel een bedreiging.
SI3.2. Het recht op energie wordt behartigd door mensen in armoede zelf.
Via hun deelname aan de grote vergadering en het e-team en via hun deelname aan al-
lerhande gesprekken met administratie, kabinet, (lokale) besturen, netbeheerders.
SI2.5. Arme eigenaars renoveerden hun woning zodat ze energiezuiniger kunnen leven.
We kunnen een aantal succeservaringen voorleggen waar onze trajectbegeleiding door-
slaggevend in is. Maar de drempels blijven hoog.
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 3.2
OD3.1. OP BASIS VAN AANBEVELINGEN VAN MENSEN IN ARMOEDE NAM DE OVERHEID
REGELGEVENDE INITIATIEVEN OM DE RECHTEN VAN MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE
BEWONERS VOOR EEN GEGA-RANDEERDE LEVERING VAN GAS, ELEKTRICITEIT EN WATER TE
VERHOGEN.
Er zijn wijzigingen aan het energiebesluit en het consumentenakkkoord op basis van onze
aanbevelingen.
Het waterproject zit in de opstartfase en kan nog geen concrete verwezenlijkingen voorleg-
gen.
OI3.1.1. Jaarlijks formuleren we minstens één beleidsaanbeveling om de garanties op energiele-
vering voor mensen in armoede te bevorderen.
Beleidsaanbevelingen waren er in het kader van de evaluatie SODV’s, de minimale levering
aardgas in de budgetmeter tijdens de winterperiode, de toekenning van de gratis kWh, de
slimme meter…
OI3.1.2. We kunnen veranderingen in het beleid en/of voorzieningen aantonen die er o.m. onder
onze impuls gekomen zijn en die de rechten van maatschappelijk kwetsbare bewoners voor een
gegarandeerde levering van gas en elektriciteit verhogen.
Bv. Schuldenvrije klanten bij de DNB worden meer aangemoedigd naar de vrije markt te
gaan, De verhuisformulieren van de VREG vermelden de aanwezigheid van een bud-
getmeter, bij de aanvang van de collectieve schuldenregeling wordt het actief krediet
omgezet …
15
OD3.2. DE BEVOEGDE OVERHEDEN NAMEN INITIATIEVEN OM ENERGIEZUINIG WONEN
VOOR MAATSCHAPPELIJK KWETSBAREN OP DE PRIVATE WOONMARKT DUURZAAM TE
BEVORDEREN. Deels behaald: Het sociale dakisolatieproject bijvorbeeld werd herbekeken, mede door onze aanbe-
velingen, de doelgroep van de energiescans werd geheroriënteerd.
OI3.2.1. We formuleren minstens twee voorstellen t.a.v. federale, Vlaamse of lokale besturen om
energiezuinig wonen voor maatschappelijk kwetsbare bewoners op de private markt te verbeteren.
We maakten nota’s over het energieloket, de drempelnota op de private huurmarkt,
de aanbevelingennota private huur…
OI3.2.2. Via de sector Samenlevingsopbouw doen we jaarlijks minstens twee voorstellen om
energiezuinig wonen op de private markt te verbeteren.
Behaald zie hierboven
OI3.2.3. We kunnen veranderingen in het woonbeleid aantonen die er onder meer gekomen zijn
onder impuls van Samenlevingsopbouw.
Bv. het promotorschap in het SDIP, de intrestbonificatie, de opleiding EPC-deskundigen,
de doelgroep van de energiescans, de aanwerving van een energiewerker (volgens ons
profiel) in Hoogstraten …
Inzet 3.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties op rond SD3:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
WO-SA5 Energie en Armoede
WO-SA6 Energie en Woonkwaliteit
WO-SA7 Gegarandeerde minimale
levering energie
WO-SA9 Water en Armoede ?
Inhoudelijke appreciatie 3.4
Zijn de strategische en de operationele doelstelling relevant? Ja.
Moeten we hierrond blijven werken? Ja.
Deden we de juiste dingen? Deels.
Wat moeten we hier in de toekomst nog rond doen?
Meer inzetten op het vinden van nieuwe mensen en actuele ervaringen
het agogisch werk in de projecten een duidelijke plaats geven
meer opinie maken, het beleidswerk beter warm houden
conceptuele nota’s anders tot stand laten komen (de manier waarop we ermee aan de slag
gaan is wel heel oké)
Het probleem van de verborgen energieamroede naar boven brengen
het onderscheid tussen sectoracties en instituutsacties laten verdwijnen (samen sterk).
16
Kritische vragen 3.5
We zijn al heel lang bezig rond energie. Wanneer zijn we tevreden?
basiscomfort inzake nutsvoorzieningen moet haalbaar en betaalbaar zijn
Wat verwachten we meer van de sector?
krachten bundelen en opschalen
ondersteuning via een sectorwoordvoerder
duidelijkheid in de sector maar niet door veel te vergaderen. Laat dit groeien vanuit de
praktijk (zoals bv. met West-Vlaanderen)
Energie/water is een dubbel thema: hoort EW niet eerder bij wonen en EA en WA bij maatschappe-
lijjke dienstverlening?
17
4. Sociale leefbaarheid
Realisatie Strategische doelstelling en indicatoren 4.1
SD4. DAAR WAAR HET SAMENLEVEN ONDER DRUK STOND OMWILLE VAN DE FYSIEKE
LEEFOMGEVING OF OMWILLE VAN SPANNINGEN MET BETREKKING TOT AFKOMST, RELIGIE,
LEEFTIJD, INKOMEN, OPLEIDING EN GESLACHT IS HET SAMENLEVEN IN DIVERSITEIT
BEVORDERD.
SI4.1. In die aandachtswijken waar de fysieke woonomgeving een rem betekent op het samenle-
ven, zijn deze knelpunten weggewerkt.
Vanuit een constructieve samenwerking met Woonpunt hebben we bijgedragen aan een fysieke
woonomgeving die dichter aansluit bij de wensen van kwetsbare bewoners.
masterplan (voor de heraanleg van de openbare domeinen) otterbeek, oud-oefenplein en
gandhi met inspraak en steun van bewoners
in de verschillende sociale woonwijken hebben we m.b.t. de renovatie van de woningen en
het ingebruik blijven van de bestaande woningen een aantal dingen kunnen realiseren
huurders werden – onder onze impuls – op maat geïnformeerd over de renovaties en de
verhuis. De wensen van de huurders werden gerespecteerd.
In Arsenaal hebben we de belangen van kwetsbare bewoners verdedigd m.b.t. gebruik van
speelplein ’t Hofke en de realisatie van het stationsproject.
In Otterbeek staat de kinderwerking meer open voor alle kinderen van de buurt en betrekt
ze verschillende leeftijden en afkomsten.
We organiseerden sociale activiteiten op het pleintje of in de straten: speelstraten, buren-
dagen,… allemaal activiteiten om van de plein een ontmoetingsplek te maken.
SI4.2. Enkele lokale besturen ontwikkelden een visie op samenleven in diversiteit en hun moge-
lijke rol daarin. Ze voorzien de nodige inzet.
Enerzijds heeft het stadsbestuur begrepen dat buurtopbouwwerk een noodzaak is: de me-
thodiek is nodig, inzet is voorzien.
Anderzijds: of het vanuit een visie op samenleven in diversiteit gebeurt, is nog onduidelijk.
In het verleden hebben we vaak gemerkt dat de stad samenlevingsopbouw inzet als er pro-
blemen van onveiligheid zijn. Dat is niet van waaruit wij willen vertrekken. De doelstellin-
gen zijn fundamenteel anders. Het is een valkuil voor ons om hierin te veel mee te gaan.
SI4.3. Het sociaal kapitaal en de wijkinzet van diverse buurtbewoners uit enkele specifieke aan-
dachtswijken is vergroot.
Buurtcomité opgericht om verschillende buurtbewoners samen te brengen.
sociale activiteiten ondersteund of georganiseerd: speelstraat, burendagen, buurtfeest,
kaartnamiddagen,… extra aandacht ging naar de meest kwetsbare bewoners .
met toegenomen vrijwilligersinzet (bewoners activeren)
hoge aanwezigheidsgraad op buurtfeesten en burendagen
sociaal kapitaal van de meest kwetsbare bewoners, allochtonen en senioren versterkt
18
SI4.4. Het wantrouwen van mensen van verschillende maatschappelijke groepen uit een
specifieke gemeente is omgebogen tot een houding van meer openheid en respect
Dingen rond gedaan, maar onvoldoende, ook niet opengetrokken naar gehele gemeente.
Door de georganiseerde activiteiten wordt er meer respect en openheid getoond voor an-
deren.
In de wijken zelf wel een goede voedingsbodem gecreëerd doorheen de jaren: mensen
komen meer naar buiten, kennen elkaar beter, er is dynamiek, er gebeurt iets, er is leven
(tevoren een dode wijk)
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 4.2
OD4.1. HET SOCIAAL KAPITAAL EN DE WIJKINZET VAN DIVERSE BUURTBEWONERS UIT
ENKELE SPECIFIEKE AANDACHTSWIJKEN IS VERGROOT.
OI4.1.1. In de buurten waar buurtopbouwwerk actief is, zetten meer diverse wijkbewoners zich
in voor de buurt.
Meer vrijwilligers
Voor de komst van buurtopbouwwerk buurten met heel weinig sociaal weefsel, ondertus-
sen geëvolueerd naar buurten waar toch wel wat engagementen genomen worden door
bewoners.
Die engagementen zijn heel divers: kapel openhouden, bloementorens bouwen, kaartna-
middag organiseren…
OI4.1.2. Per buurtopbouwwerk zijn er jaarlijks minstens drie initiatieven om verbindingen tus-
sen bewoners te organiseren.
Meer dan gehaald, ruime opsomming mogelijk
OD4.2. HET LOKALE BELEID EN/OF SHM KWAM BIJ DE INRICHTING VAN DE WONING EN/OF
WOONOMGEVING TEGEMOET AAN EEN AANTAL BEKOMMERNISSEN VAN DE BEWONERS. We hebben het accent hoofdzakelijk ergens anders gelegd, waardoor participatieprocessen m.b.t.
deze doelstellingen niet verregaand genoeg waren.
traag proces met stad, zo werkt het apparaat nu eenmaal, maar daardoor zijn veel bewo-
ners gaandeweg ook afgehaakt
Nog maar heel weinig processen echt af.
Vaak beloftes gemaakt dat bewoners gingen betrokken worden. Toekomst zal duidelijk
maken of de belofte ingelost wordt.
Bij Woonpunt wel al projecten afgelopen
OI4.2.1. Vanuit het buurtopbouwwerk formuleren we voorstellen t.a.v. het lokale beleid en/of
SHM die concrete verbeteringen inhouden voor de woonsituatie van de buurtbewoners.
in Gandhiwijk opmerkingen over garages, extra elektriciteit
in Oud-Oefenplein aantal adviezen in fase 4 (tweede WC’s), hotspots
in Otterbeek (bergruimte), wijzigingen in plannen duplex etc.
19
OI4.2.2. We kunnen beleidsbeslissingen (van het lokale beleid en/of de SHM) aantonen die er
onder meer gekomen zijn onder impuls van Samenlevingsopbouw.
matrix 3 voorstellen aan de stad
plaatsing trapveldje Oud-Oefenplein
verschraling van buurtpleintjes
OD4.3. HET THEMA SAMENLEVEN IS VERKEND. WE HEBBEN ZICHT OP DE PROBLEMATIEK
EN OP DE MOGELIJKHEDEN OM HIER OP BUURTOVERSTIJGEND NIVEAU MEE AAN DE SLAG TE
GAAN.
OI4.3.1. Er is een verkenning van de problematiek en van mogelijke werkvormen (nota).
De nota is er, maar niet voldragen genoeg. Het denken rond dit thema is in de sector on-
voldoende beslist geweest om hier een echte doorslag in te kunnen maken.
OI4.3.2. Een concreet project is voorbereid en opgestart (onder voorbehoud).
niet bereikt, werd daarom ook afgevoerd in een bijsturing van het meerjarenplan in 2011.
We geloven erin dat we als SO hierin een rol moeten spelen, grote kloof alloch-
toon/autochtoon leidt tot een samenleving op twee snelheden.
Inzet 4.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties rond deze SD op:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Samenleven in diversiteit -
Geel
SL-SA1 Buurtopbouwwerk Oud
Oefenplein
SL-SA2 buurtopbouwwerk Beta-
niënpolder /Otterbeek
SL-SA3 buurtopbouwwerk Gandhi
SL-SA4 buurtopbouwwerk Arsenaal
SL-SA5 Visieontwikkeling thema
samenleven (tweede lijn)
SL-SA6 Samenleven ondersteunen
door netwerkvorming
SL - SA7 Coaching dienst samenle-
vingsopbouw Geel
SL – SA8 Buurtwerkersoverleg
20
Inhoudelijke appreciatie 4.4
Zijn de strategische en de operationele doelstelling relevant?
In de sector samenlevingsopbouw hanteren we sinds kort een nieuwe visie op werken in aandachts-
gebieden. Om te komen tot opwaartse sociale mobiliteit moeten 3 sporen gelijktijdig bewandeld
worden. Er moet gewerkt worden aan concrete grondrechten, aan het samenleven en aan een ge-
schikte leefomgeving.
Sociaal kapitaal samenleven;
woonomgeving geschikte leefomgeving,
3e poot zit onvoldoende in deze doelstellingen: grondrechten. Deze derde poot
hebben we wel gaandeweg opgenomen in de convenant.
Wat hier staat past nog steeds perfect in de ‘werken in aandachtsgebieden’- filosofie, behalve 4.3
waar we niet in geslaagd zijn. We blijven deze doelstellingen dus relevant vinden.
Moeten we hierrond blijven werken?
Werken rond samenleven blijft noodzakelijk. Op welke manier dan ook, als middel of als doel, we
zullen er ergens rond bezig moeten blijven. Waar? Via Thema, transversaal, agogische poot van alle
trajecten, zal nog duidelijk moeten worden. Ook politiek werken rond samenleven, het aanzetten
van besturen om te werken aan, moet zeker ook gebeuren.
Werken in aandachtsgebieden als methode om dit samenleven aan te pakken: buurt als doelstelling
of territorium? Niet uitgesloten, afhankelijk van de context en (tenminste) de goodwill van een lo-
kaal bestuur.
Deden we de juiste dingen?
Doelstellingen zijn OK, instrumenten zijn misschien soms doorgeschoten in hun valkuil: te veel activi-
teiten, te weinig met de sociale mobiliteitskwestie. Te weinig agogisch, te weinig beweging.
Gemis aan groep die over de buurten heen opgelift werd om structureel te denken, werken: bv.
groep rond sociaal huren die voor heel Mechelen uitspraken doet, dingen aanpakt.
Wat moeten we hier in de toekomst nog rond doen?
Voorlopig wordt dit spoor verlaten.
Kritische bedenkingen 4.5
Als we in de toekomst opnieuw vorm willen geven aan werken in aandachtsgebieden, is het goed
volgende kritische bemerkingen in gedachten te houden:
1. Gebrek aan profilering, herkenbaarheid en PR
Buurtopbouwwerk in Mechelen heeft zich de voorbije jaren te weinig bewust onderscheiden binnen
het geheel van wijkorganisaties. Daardoor lijken ze te veel mee opgegaan in het geheel. Ze zijn te-
veel een manusje-van-alles geweest, opbouwwerkers werkten mee aan vanalles, maar achteraf was
dit moeilijk aantoonbaar en ook niet herkenbaar. Ze deden noodzakelijk, maar vaak onzichtbaar
werk. Opbouwwerkersworden door mensen ook niet herkend als opbouwwerker, mensen beschou-
wen hen als van ’t stad. Het opbouwwerk heeft zichzelf bovendien te weinig ‘verkocht’. De succes-
verhalen zijn te weinig gebracht. Een duidelijke profilering op basis van ‘unieke onderscheidende
kwaliteiten’ is nodig.
21
2. Gebrek aan focus
De convenant is heel ruim, dat kan voordelen hebben. Maar in de voorbije jaren lijkt het er eerder
toe geleid te hebben dat de opbouwwerker een all-rounder geworden is, een spil tussen alle wijk-
werkingen in, die makkelijk mee ingeschakeld werd als ‘instrument van de stad’. De Opbouwwer-
kers werden vaak mee opgeslokt door de wijkdynamiek van buurtfeesten etc. en zijn daardoor wel-
licht te weinig toegekomen aan het met aandacht en diepgaand werken aan de fundamentele oor-
zaken van collectieve problemen.
3. Gebrek aan slagkracht
De activiteiten van het opbouwwerker zijn kleinschalig. Dat is tegelijkertijd een sterkte, maar ook
een zwakte. Slechts een beperkt aantal mensen worden bereikt en werken actief mee. Het levert
weinig waardering van een overheid op om 10 mensen met Gandhi-babbels vooruit te helpen in het
perspectief van een hele stad. Door de verspreiding van opbouwwerkers over de verschillende
stadswijken en de plaatsing in wijkbureaus stond de opbouwwerker alleen in de wijk. Het ontbrak
ook aan een gemeenschappelijke werking.
4. Gebrek aan flexibiliteit (om op de veranderende dynamiek in te spelen)
Buurtopbouwwerk is gestart in vier sociale wijken, waarvan drie sociale woonwijken. Er was weinig
contact met de sociale huisvestingsmaatschappij. Daardoor is het buurtopbouwwerk eerder geduld
geweest, dan dat het echt een positie verworven heeft. Toch is buurtopbouwwerk vier jaar in die
wijken gebleven. Soms is het in sommige wijken een tijd ‘stil’, er zijn geen issues. Toch blijft de op-
bouwwerker dan in die wijk, terwijl er in andere wijken misschien wel een vraag is. Hier heeft het
buurtopbouwwerk zijn scherpte verloren. Er werd teveel ‘ieder vanuit zijn hokje’ gedacht en te wei-
nig out of the box. Er is te weinig naar ‘het creëren van vrije ruimte’ gestreefd om binnen de conve-
nant kansen te grijpen. Ook bij de voortgangsrapportage is de analyse en conclusie soms te weinig
kritisch geweest. In de toekomst kan er misschien een duidelijker en gefaseerd groeipad uitgetekend
worden. Dat zou de geloofwaardigheid ook versterken.
22
5. Transversale strategische acties
Inzet 5.1
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties rond deze SD op:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
TA-SA 1 Ieders stem telt (IST)
Inhoudelijke appreciatie 5.2
Was de inzet voor Ieders stem telt relevant? Deden we de juiste dingen? Wat kan beter?
Lokale (zinvolle) acties en lobbywerk blijven verderzetten doorheen het jaar (niet
enkel n.a.v. IST)
Bezoek aan het Federaal parlement met doelgroep – positief, maar meer op maat
maken (bv. kleinere groepen, toelichting op maat, ….)
Regionale debatten => vaak preken voor eigen parochie. In de toekomst beter
samenwerken aan 1 groot debat (bv met Samenlevingsopbouw Antwerpen stad)
Vorming werd heel positief bevonden door doelgroep
Meer samenwerking met lokale partners van de verschillende steunpunten (van
bij de voorbereiding)
Betere communicatie is nodig (foto’s maken + meer betrekken van de pers)
Woordvoerder voor de sector is nodig. Hierdoor kunnen we zorgen voor grotere
aanwezigheid in nationale pers.
Moeten we hierrond blijven werken?
Ja, zeker en vast. Maar veel acties van IST hebben een klein bereik => in de toekomst minder ac-
ties doen, maar beter uitvoeren en zo ruimer publiek bereiken op een professionele manier.
Wat moeten we hier in de toekomst nog rond doen? Meer inzetten op beleidswerk met IST en dit
ook duurzaam doen (achteraf blijven opvolgen). Nu is het een project van enkele maanden en
valt het het lobbywerk in het kader van IST daarna stil. Het normale beleidswerk, eigen aan het
opbouwwerk, blijft verderlopen natuurlijk.
Toekomst 5.3
Het project ‘Ieders stem telt’ zal verder gezet worden en loopt transversaal door de werking van het
instituut en maakt zo inherent deel uit van elke strategische actie. Daarnaast zal er op stafniveau
voldoende tijd moeten vrijgemaakt worden om het project in zijn geheel te realiseren. Samenle-
vingsopbouw Vlaanderen coördineert het project op Vlaams niveau en ondersteunt de regionale
instituten bij het uitvoeren van het project.
23
6. Kwaliteitsbeleid
Realisatie Strategische doelstelling 6.1
SD5: “DE KWALITEIT VAN DE WERKING VAN SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN
PROVINCIE IS GLOBAAL GEHANDHAAFD EN STAPSGEWIJS VERBETERD.” Bereikt – twaalf verbeteracties werden met succes voltooid.
Realisatie Operationele doelstellingen en indicatoren 6.2
OD5.1. HET KWALITEITSBELEID ZOALS VERVAT IN HET KWALITEITSHANDBOEK WERD
SYSTEMATISCH UITGEVOERD.
OI5.1.1. Het kwaliteitshandboek is periodiek geactualiseerd.
Gedurende de vijf jaar werden telkens andere verbeteracties naar voor geschoven en uitge-
werkt.
OI5.1.2. Via concrete acties werd de kwaliteit van de huidige werking gewaarborgd.
We behandelden twaalf concrete verbeteracties: Klachtenprocedure, evaluatie en opvolging
personeel, Vernieuwing werkorganisatie en intern overleg, Optimalisering interne en externe
communicatie, Registratie werk en vaststelling van resultaten, Uitgangspunten personeelsbeleid,
Actualisering van het kwaliteitsbeleid, Risicoanalyse, Diversiteit, VTO, Personeelsbeleid - ervaren
werknemers en het meerjarenplan. Sommigen hiervan lopen nog verder.
OI5.1.3. Verbeteracties zijn periodiek gepland en uitgevoerd.
Zie 5.1.2
OD5.2. DE WERKING VAN SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE IS VERBETERD
DOORDAT DE ORGANISATIESTRUCTUUR EN AFSPRAKEN VOOR INTERN OVERLEG ZIJN
AANGEPAST AAN DE NODEN VAN DE WERKING.
OI5.2.1. Er is een grondige analyse van de huidige werkorganisatie uitgevoerd.
De interne structuur werd twee keer aangepast. Een eerste keer bij het begin van het meerja-
renplan en een tweede keer in 2013. Een nieuwe aanpassing n.a.v. het nieuwe meerjarenplan
dringt zich op.
OI5.2.2. Op basis van de analyse zijn veranderingen doorgevoerd om het interne overleg en de
werkorganisatie te optimaliseren.
De rol van de diverse overlegorganen werd bijgesteld. Zo krijgt het Coördinatieteam meer be-
voegdheden en krijgt de teamvergadering een adviserende rol. De themacoördinatoren krijgen
tevens een leidinggevende rol.
24
OD5.3. ZOWEL DE INTERNE ALS DE EXTERNE COMMUNICATIE VAN SAMENLEVINGSOPBOUW
ANTWERPEN PROVINCIE IS VERBETERD.
OI5.3.1. Er zijn externe communicatiemiddelen die de zichtbaarheid van het eigen werk
verhogen.
Gedurende dit meerjarenplan werd onze website operationeel, investeerden we doordachter in
perscontacten, zetten we een facebook-pagina op voor Ieders stem telt en later voor de hele or-
ganisatie en verspreidden we (vanaf 2015) een publicatie n.a.v. het jaarplan.
OI5.3.2. Documenten worden op een toegankelijke en efficiënte manier beheerd.
Via SharePoint, een intranet, zijn documenten voor de hele organisatie toegankelijk.
OI5.3.3. Er is een werkgroep Communicatie in de sector die initiatieven neemt om de profilering
en de zichtbaarheid van het maatschappelijk opbouwwerk te verhogen.
De sectorwerkgroep communicatie kwam regelmatig samen. Vandaaruit werden initiatieven
genomen rond de sectorstijl (gezamenlijk logo), rond om gaan met de pers, rond inspelen op de
actualiteit …
OD5.4. ONS WERK EN DE RESULTATEN VAN ONS WERK WORDEN OP EEN ZINVOLLE MANIER
VASTGESTELD EN GEREGISTREERD.
OI5.4.1. De mogelijkheden van een registratiesysteem dat in heel de sector wordt toegepast, is
onderzocht en indien mogelijk ingevoerd.
Een gezamenlijk registratiesysteem (Matchbox) is ingevoerd en terug afgevoerd omwille van de
te grote complexiteit en de te grote tijdsinvestering die het vroeg. N.a.v. het nieuwe model van
voortgangsrapport ontwikkelden we een vernieuwd registratiesysteem dat vanaf 2015 operatio-
neel is.
Inzet 6.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie zette volgende Strategische acties op rond deze SD:
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
1 Klachtenprocedure
2 evaluatie en opvolging per-
soneel
3 Vernieuwing werkorganisa-
tie en intern overleg
4 Optimalisering interne en
externe communicatie
5 Registratie werk en vaststel-
ling van resultaten
6 Uitgangspunten personeels-
beleid
7 Aactualisering van het kwali-
teitsbeleid
25
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
8 Risicoanalyse
9 Diversiteit
10 VTO
11 Personeelsbeleid - ervaren
werknemers
12 Meerjarenplan
Toekomst 6.4
Momenteel werken we sectoraal aan een volledig herziening van het kwaliteitsbeleid zoals voorzien
in het besluit van de regering van 24 januari 2014. Het accent zal hierbij verschuiven van de Sector
specifieke minimale kwaliteitseisen naar het realiseren van de kernprocessen, rekening houdend
met de zorgaspecten.
Daarnaast ontwikkelen we nog de werkwijzen en procedures zoals voorzien in het besluit van de
regering van 24 januari 2014 en hebben we oog voor deugdelijk bestuur.