HORMOON THERAPIE: WÉL OF Dr. Gerrit Jan Veldhuis ......om beter passende gedragspatronen aan te...

Post on 19-Jan-2021

1 views 0 download

transcript

HORMOON THERAPIE: WÉL OF NIET?

• Dr. Gerrit Jan Veldhuis

• internist-hematoloog/oncoloog

• Antonius Ziekenhuis Sneek-

Emmeloord

BortskankersymposiumLandgoed Zonheuvel in Doorn5 oktober 2019

Workshop HORMONALE THERAPIE

WORKSHOP

• ['wʏ:rkʃɔp]

• korte, praktische cursus

• anders dan bij traditionele vormen van onderwijs speelt actieve deelname een belangrijke rol

TE BESPREKEN…

• … een gesprek?

• Wat is hormonale therapie

• Voor wie

• Bijwerkingen: Korte en Lange termijn

• Combinaties met andere middelen

• Andere systeemtherapie

• Hormonale therapie en seksualiteit

• Vragen

Wat is hormonale therapie?

Wat is hormonale therapie (HT)

• Een deel van borst-tumoren is gevoelig voor hormonale therapie (70%)

• Oestrogeen (E) speelt hierbij een belangrijke rol

• Dit kun je meten aan de hand van estrogeen receptor (ER) en progesteron rececptor (PR)

• Met HT rem je de delingsactiviteit van borstkankercellen

• Tamoxifen, aromataseremmers (non-steroidaal/steroidaal), fulvestrant

PA-uitslag

Voor wie?

• Voor een operatie (neo-adjuvant)

• Kan uit voorzorg na een operatie (adjuvant)

• Ook bij uitzaaiingen (palliatief), wanneer deze in organen zitten die niet snel problemen geven

• Soms ook primair; dus zonder operatie

Adjuvant voor de overgang (pre-menopauzaal)

• < 40 jaar tamoxifen met uitschakelen van de eierstokken

• 10 jaar behandeling met tamoxifen bij ziekte in de lymfklieren (N+)

• Wanneer tamoxifen niet gebruikt mag worden: aromatase remmer met LHRH agonist

Adjuvant na de overgang (post-menopauzaal)

• 2-3 jaar tamoxifen en 3-2 jaar aromataseremmer*

• 5 jaar aromataseremmer (combinatie is beter)

• Of 5 jaar tamoxifen of 5 jaar aromataseremmer (wanneer een van de middelen niet gebruikt kan worden)

• Bij aangedane okselklieren 5 jaar tamoxifen + 5 jaar AI (N+)

• 5 + 5 jaar tamoxifen is beter dan 5 jaar tamoxifen bij aangedane okselklieren (N+)

Bisfosfonaten

• Postmenopauzale vrouwen

• Stadium II-III

• 10-jaars overleving van 84% of minder (na adjuvantesysteemtherapie)

• Oraal clodronaat of intraveneus zoledronine zuur, gedurende 3 jaar

• Calcium en vitamine D

Bisfosfonaten

• Postmenopauzale vrouwen

• Stadium II-III

• 10-jaars overleving van 84% of minder (na adjuvantesysteemtherapie)

• Oraal clodronaat of intraveneus zoledronine zuur, gedurende 3 jaar

• Calcium en vitamine D

Bijwerkingen (korte termijn)

Bijwerkingen* (korte termijn)

• Opvliegers 60%

• Tot 20% onacceptabel

• Bij 20% tot 15 jaar na de overgang

• Bijkomende klachten: depressie, angst, slaapstoornissen, effect op seksualiteit

• Minder zin in seks

• Vaginale droogheid

• Spier- en gewrichtsklachten 30%

• Trombose

Opvliegers

• Kan een (groot) probleem zijn

• Individueel erg verschillend

• Mannen met prostaatcarcinoom en HT idem

Hoe verder met opvliegers?

• Algemene adviezen…

• Cognitieve gedragstherapie

• Lichaamsbeweging

• Medicatie• venlafaxine (Efexor)

• gabapentine

• clonidine

Wat is cognitieve gedragstherapie?

Cognitieve gedragstherapie gaat er van uit dat problemen beïnvloed en in stand gehouden worden door iemands gedachten (cognities) en gedrag. Door het onderzoeken en veranderen van dat gedrag en die gedachten nemen de psychische klachten af. Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van 1. gedragstherapie en 2. cognitieve therapie.

Gedragstherapie

In een gedragstherapeutische behandeling brengt de cliënt met de behandelaar eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin dat voorkomt in kaart. Vervolgens helpt de therapeut de cliënt om beter passende gedragspatronen aan te leren voor die omstandigheden. Zowel het inventariseren van het gedrag waarvan de cliënt last heeft als het bedenken en voorbereiden van oefeningen met nieuw, beter passend gedrag gebeurt samen met de behandelaar.

Cognitieve therapie

In cognitieve therapie onderzoekt de cliënt samen met de behandelaar of die wijze van denken wel helemaal klopt met de werkelijkheid. Wanneer blijkt dat iemand geneigd is om te negatief over allerlei zaken te oordelen wordt uitgezocht welke manier van denken passender is. Bij het uitwerken van meer realistische, vaak positievere gedachten maakt de behandelaar gebruik van specifieke cognitieve uitdaagtechnieken en huiswerkoefeningen. De toekomst is hierbij belangrijker dan het verleden.

Cognitieve gedragstherapie beïnvloedt dus gedrag, gedachten en gevoel. Door anders tegen een situatie aan te kijken (gedachten) verandert het gevoel en het gedrag van iemand. Bij cognitieve gedragstherapie werkt de behandelaar nauw met de cliënt samen om tot verbetering van de klachten te komen. De behandelaar sluit zo direct en zo concreet mogelijk aan bij de problemen. Het is een actieve manier van behandelen; van de cliënt wordt een actieve bijdrage verwacht; in de therapiesessies werken we met vragenlijsten en oefeningen. Daarnaast spreekt de behandelaar met de cliënt huiswerkopdrachten af om zelf buiten de sessies aan de problemen te werken.

Samenvattend

In cognitieve gedragstherapie wordt het gedrag en de gedachten die de problemen in stand houden, besproken en behandeld. De effectiviteit is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Behandelingen zijn klacht-of probleemgericht en duren over het algemeen kort.

Geneesmiddelen voor

opvliegers?

Lichamelijke inspanning

Lichaamsbeweging

• 12 weken

• 2.5-3 uur per week

• Bijpassende sport (zwemmen, hardlopen, fietsen…)

• Hartslagmeter voor doel-hartritme

• Begeleiding door fysiotherapeut

• USA-richtlijn:

• 150 min matige inspanning/w

• 75 min stevige inspanning/w

Bijwerkingen (lange termijn)

• Botontkalking (bij goede botgezondheid eigenlijk geen negatieve effecten)

• Baarmoederkanker

• Toename Hart en Vaatziekten (Anastrozol geen effect op cholesterol, bij letrozol verhoging)

Combinaties met andere middelen (palliatief)

• Met CDK4/6 remmer: palbociclib of ribociclib

• Met everolimus (VEGF remmer) bij Her2Neu – negatief borstkanker in combinatie met exemestane

Andere systeemtherapie

• Chemotherapie

• Doelgerichte therapie

Hormonale therapie en seksualiteit

• Vermindering seksualiteit (sexual dysfunction) door chemotherapie, zelfs na 3 jaar…door overgang?

• Wel of geen HT hierna maakt eigenlijk niet uit.

• Wanneer alleen HT (Zoladex =/- Tamoxifen, Tam) dan ondervindt Z de meeste problemen (maar reversibel)

• AI meer klachten dan Tamoxifen

Berglund, et al. JCO 2001

Behandeling: effect opvliegers en seksualiteit

Het is zinvol om bij jonge leeftijd naast hormonale therapie ook de eierstokken uit te schakelen.

Dit verbetert de overleving

Gaat wel ten koste van kwaliteit van leven

Leeftijd en therapietrouw

Vragen?